Als je nou nét niet goed genoeg bent om als prof mee te doen aan Parijs-Roubaix, dan is er nog hoop. Er is namelijk ook een recreatieve versie van de klassieker. Al kun je je afvragen of dat ‘recreatieve’ wel van toepassing is op de Hel van het Noorden. Namens VS Cycling stuurden we mécaniciens Yorick en Luuk vooruit om te kijken of het iets is, samen met ‘t Woudt-ploeggenoot Wessel van Koppen. ‘Alsof ze die keien uit een vliegtuig hebben gegooid en dachten: ze liggen wel best zo.’
Terwijl hele wieler-volksstammen dit weekend de Amstel Gold Race rijden, is de toerversie van Parijs-Roubaix een stuk minder populair. Iconisch is-ie wel, want het zijn geen beginners die op de erelijst staan. En berucht is de klassieker zeker, door de 56 kilometer aan kasseien tussen Compiègne en Roubaix. Wie inschrijft voor de - ahem - toertocht over 170 kilometer, krijgt ze er allemaal bij op de zaterdag vóór de officiële tocht.
Yorick, Luuk en Wessel kozen voor de 145 kilometer lange route, met ‘slechts’ 19 kasseienstroken. Luuk: ‘De start is in het Vélodrome van Roubaix. Je begint met een stuk van 45 kilometer, en daarna volgen de kasseien. De eerste is de Trouée d’Arenberg. De laatste 90, 95 kilometer rij je dan één op één de route die de profs ook rijden.'
Een geluk bij een ongeluk is dat het vorige week zaterdag goed weer was. Met een aangename temperatuur van 25 graden werd de 145 kilometer kort-kort gereden. Maar dan nog blijft het een slijtageslag. Yorick: ‘Ik heb misschien weleens op kasseien gereden in een vage nieuwelingenkoers, meer ook niet.’ Luuk: ‘Ik nog nooit. Het Bos van Wallers ziet eruit alsof ze die keien uit een vliegtuig hebben gegooid en dachten: ze liggen wel best zo. Je kunt er het beste zo hard mogelijk overheen gaan, het liefst door het midden. Dat zie je de profs ook doen. Die stukken liggen er nog het beste bij. Als je je benen stil houdt, sta je binnen de kortste keren stil.’
Over het algemeen valt het ‘kasseienrapport’ positief uit. Yorick: ‘Er zijn zat stroken die niet best zijn. Op de Carrefour de l’Arbre, het Bos van Wallers en nog een paar denk je wel even: nou... Heel veel mensen rijden die kasseienstroken over het midden. Die rijden met een mountainbike of een gravelbike, zo’n 15 tot 20 kilometer per uur. Dan komen wij aan met 40 in het uur en moet je uitwijken naar die slechte stukken aan de zijkant, voordat je weer bovenop rijdt. Als het geregend zou hebben, kan je echt niet zomaar heen en weer over de kasseien.’
Want het had ook heel anders kunnen zijn weet Luuk. ‘Ik reed een stukje over de kasseien door een plas heen. Daar was het spekglad. Dan voel je je wiel gelijk glijden, ik was blij dat het droog was. Andere rijders inhalen kan niet als het nat is, dan moet je een rechte lijn rijden.’
Beiden rijden de 145 kilometer op de Specialized Tarmac SL7, met 30 mm Corsa N.Ext tubeless banden van Vittoria als noviteit. ‘Ik had er nog nooit mee gereden’, zegt Luuk. ‘Ik was in het begin een beetje sceptisch. Maar op de 8 tot 10 minuten die de strook bij het Bos van Wallers duurde, heb ik zeker 250 man langs de kant zien staan. Allemaal met een lekke band. Wij: geen één!’
Yorick: ‘Ik was ook blij met die tubeless wielen, dat kan ik iedereen aanraden. Het voordeel van tubeless is dat je geen binnenband hebt. Als je met je velg een steentje raakt, heb je dan negen van de tien keer een stootlek. We reden met 3,8 bar bandenspanning, en dat was prima te doen.'
Er zijn drie officiële stops op de route, maar Yorick, Luuk en Wessel houden maar één keer halt om de bidons te vullen. Na 5 uur fietsen is de finish bereikt, met net geen 30 gemiddeld. Die streep ligt - net als in de echte koers - in het Vélodrome van Roubaix. Luuk: ‘Ik heb niet gauw zoiets van: wat is dit nou speciaal, die finish. Maar het blijft natuurlijk leuk dat je rijdt op de stroken waar de profs ook rijden. En het is ook de hele geschiedenis van Parijs-Roubaix.’ Het einde wordt nog redelijk fris bereikt. Yorick: ‘We hebben die 145 kilometer niet ver in het rood gereden. Die kasseien voel je niet eens zozeer in je benen, maar wel in de rest van je lichaam. Je handen gaan trillen, na 3,5 uur gaat het wel een beetje zeer doen overal.'
En toch: het is een aanrader voor wie de Amstel Gold Race wel een keer gehad heeft. Yorick: ‘Het was echt wel pittig, maar ik had het erger verwacht. Vooral het Bos van Wallers was niet normaal. Je hebt ook helemaal niet door dat het 145 kilometer is, je rijdt van strook naar strook. Ik vond het me-ga-dik.’ En Luuk: ‘Ik rij eigenlijk nooit langer dan 3,5 uur. Dus ik kwam vanaf daar wel een beetje tekort. Je hoort weleens van die spookverhalen over kasseien, maar als je materiaal in orde is en je hebt een beetje fietservaring is het goed te doen.’
Het ergste moet dan nog komen, als de drie eindelijk zijn afgestapt. Luuk: ‘In het Vélodrome stonden maar twee biertenten. En daar stond een rij van een half uur!’
Deel het met uw vrienden!