De een ging mee ‘om weer eens een leuk ritje op Strava te zetten’. De ander stapte op ‘om te proeven hoe een baguette in Parijs nou écht smaakt’. Nummer drie haalde z’n fiets te voorschijn ‘omdat-ie op de vrijdag toch niks te doen heeft’. En zo had ieder van de wielerbende van vijf wel een goeie reden om donderdagavond om half negen vanuit het Westland te vertrekken richting Parijs. Het plan: in één stuk doorrijden, plas- en drinkpauzes uitgezonderd. Gekkenwerk? Tuurlijk. Maar wel gekkenwerk voor een goed doel. Het enkeltje Parijs werd een ‘Tour de Jade’: de kickoff van de Benefietstocht van zondag 3 september voor Jade Kops. ‘Het was een prachtig avontuur. Maar het was bag-ger-weer.’
En uitgerekend organisator Marvin krijgt als eerste materiaalpech. Gelukkig is het pas in Rotterdam...
Het is Marvin van Spronsen die het idee oppert om enkeltje Parijs te doen, gekoppeld aan het goeie doel. Hij krijgt Daan van Baalen, Jaap Vreugdenhil, Matthijs Zaat en René Beukers mee als ploegmaten. In de beste Westlandse traditie komt er niet veel voorbereiding aan te pas.
Het vertrek op donderdagavond in Naaldwijk. Van links naar rechts Daan, Jaap, Marvin, René en Matthijs.
’Tot een week geleden wist ik niet eens dat ik dit zou doen. Ik kwam Marvin tegen op de kermis in Naaldwijk. Of ik mee wilde. Best joh’, zegt René Beukers die toch al een reputatie heeft als het aankomt op gekke dingen doen. Zoals elk jaar met Team Westland een paar honderd Westlanders over een Franse berg heen jagen.
Het vertrek is gepland op donderdagavond om half negen, in een week waarin het alleen maar zonnig is geweest. ‘Het was bar slecht weer. Driehonderdvijftig kilometer lang hebben we alleen maar regen gehad. Het was echt verschrikkelijk. We hadden gedacht met daglicht aan te komen bij de Eiffeltoren. Maar we zijn uiteindelijk ruim 25 uur onderweg geweest. Acht lekke banden hebben we gehad. Reken nou eens een kwartier per band voordat je weer op snelheid bent. Dat is al twee uur vertraging. En je kunt wel zeggen: we fietsen in één ruk naar Parijs, maar je moet ook nog eten en drinken.’
En óf België gezellige terrassen heeft voor een tussenstop. Zoals hier in Geraardsbergen.
Extra handicaps zijn de tegenwind (‘de voorspelling was dat we het hele stuk wind mee zouden hebben’) en de duisternis. Wel rijdt de Bende van Vijf met een halve lichtshow op de fiets. Totdat de politie ingrijpt.
‘Ergens half twaalf, twaalf uur reden we bij Roosendaal. Die fietspaden daar waren niet best met losliggende tegels. Wij gingen op de weg fietsen. Komt er een politiewagen aan, die draait om en geeft een stopteken. “Zo heren, een wedstrijdje aan het doen op de weg?” Nee agent, we zijn onderweg naar Parijs! Dat klonk natuurlijk niet zo geloofwaardig. Wij het uitleggen, dat we bezig waren aan een fietsrit voor het goeie doel. Op dat moment kwam er net een appje binnen van René Kops, de vader van Jade. We hebben dat bericht laten lezen en ze draaiden meteen om. “Kijk uit waar je fietst en goeie reis verder.” Ze vonden het supergaaf.’
Onderweg is er regelmatig een tussenstop onder een viaduct, als de hemelsluizen weer eens open gaan. ‘Koud was het niet. Het was warme regen. Maar zodra het droog is en je weer opstapt word je alsnog nat van het spatwater.’ Gek genoeg is er niemand van de vijf die onderweg de vraag stelt of dit nou wel zo’n gezellig tijdverdrijf is.
Chauffeurs Wim van Baalen en Jan Fransen regelden ook de catering onderweg.
René: ‘Ach, er zal er best één een momentje hebben gehad. Maar het is toch vooral de mindset. Je stapt op de fiets en je gaat 528 kilometer fietsen. Als je ’s zondags van plan bent er 60 te rijden, vind je 60 ook ver. Wim van Baalen, de vader van Daan, en Jan Fransen, z’n schoonvader waren de twee chauffeurs in de WWV-bus die we mee hadden. Zij boden na 350 kilometer aan om ons met de auto een stukkie verder te brengen. Geen denken aan was het meteen, we hoeven er nog maar 180!’
Eindelijk is Parijs in zicht. ‘En dan denk je: we zijn er bijna, maar zie je op je navigatie dat je dan nog 25 kilometer moet, dwars door de stad. In het donker. We zijn maar over de snelweg gaan rijden, een soort N-weg. Nee, heel senang voel je je dan niet. Maar we waren zo dichtbij, dan wil je het afmaken ook.’
Ici Paris, de Tour de Jade zit erop. Van links naar rechts Jaap, Marvin, Daan, Matthijs en René.
Eenmaal onder de Eiffeltoren is de late vrijmibo van korte duur. ‘Nee, we zijn meteen in de auto gestapt. Er was niet veel praats meer onderweg terug. Je hebt toch een nacht overgeslagen, al hadden we daar onderweg geen last van. Die regen hield je fris. Ik was zelf om vijf uur vanmorgen thuis en goed slapen kun je dan niet meer. Wim en Jan waren nog later thuis, die hebben onderweg af en toe nog wel een hazeslaapje gedaan maar zij hebben toch de hele weg meegereden. Het waren aparte dagen, zeg maar. Maar wel een prachtig avontuur. Het was ontzettend leuk.’
En het was een rit met een reden. Zoals Marvin het op z’n Strava-pagina nog eens kort samenvat: ‘Verschrikkelijk afgezien vandaag in de regen, hoop lekke banden en een knie die niet meewerkte de laatste 160 km, maar dat valt helemaal in het niet bij het gevecht dat Jade moet ondergaan.’
Deel het met uw vrienden!