Je kunt de Friese Elfstedentocht - als-ie ooit nog eens komt - in de winter rijden. In barre kou, oostenwind 6, op ijs dat kan concurreren met een maanlandschap. Je kunt ‘m ook heel comfortabel op de racefiets afleggen. Altijd op Pinkstermaandag, met grote kans op een zonnetje op de bol, een graadje of 22 op de thermometer en elf terrasjes als aangename onderbreking. Moet je ‘m alleen niet in 2022 rijden. ‘Ik had een goed regenjasje aan, dus mijn bovenlichaam was droog. Maar voor de rest was ik zeik- en zeiknat’, zegt Harke Torenstra, die ‘De Hel van ‘22’ reed met zijn vriendenploeg, team VSK-Hecmar-Green05.
235 kilometer lang is de fiets-versie van de schaatstocht, met start en finish in Bolsward. De tocht heeft een historie van 100 jaar. En historisch werd de editie van dit jaar. Harke: ‘Toen we de dag van tevoren aan kwamen was het nog droog. Er doen twaalfduizend mensen aan mee, dus er was geen hotel meer te krijgen. We zouden op een camping overnachten. De tent heb ik nog droog kunnen opzetten, daarna zijn we wat gaan eten. Maar tijdens het eten begon het te regenen. En het is eigenlijk niet meer opgehouden.’
Boven, van links naar rechts: Richard van der Zande, Ronald Ruinard, Alex van Ruijven, Ed Zuidgeest, Iwan-Dirk Rietdijk, Don van Spronsen. Midden: Mario van Haasteren, Sander Meijer, Sander de Hilster, Rene Pakvis, Dico Stolze. Onder:Harke Torenstra, Rob Koenekoop, Dick Terlouw, Tim Hoeksema, Iwan Nieuwenhuizen.
Met team VSK-Hecmar-Green05 kan Harke op Pinkstermaandag om half acht van start, op zijn Specialized Tarmac met Shimano Ultegra en Di2. ‘Bij de start was het net even droog. Daarna begon het te miezeren en toen te regenen, te regenen! Zelfs hagel hebben we gehad. Met fietsen viel het nog mee. Maar je had ook een stempelkaart die je vijftien keer moest laten afstempelen. Bij die stempelposten was het druk, dus je moest ook weleens even wachten. En bij een temperatuur van twaalf graden krijg je het dan wel koud als je nat bent en stil moet blijven staan.’
Harke, toen hij (en Iwan Nieuwenhuizen rechts) nog kon lachen.
Toch maken de Friezen in de elf steden er het beste van om het peloton op te vrolijken. En ook de route doet mee. ‘Je rijdt door dorpjes met smalle straatjes. Langs de route stonden mensen in partytenten ons aan te moedigen. En bij een stempelpost stonden ze zelfs in klederdracht. Ik kan me best voorstellen dat het een heel leuke tocht is als het beter weer is.’
In Bolsward volgt een tussenstop om calorieën te tanken. ‘We hadden afgesproken daar iets te eten. Eindelijk hadden we een tentje gevonden, maar het was stervensdruk. Iedereen stond buiten in de regen. Binnen kon je uit twee maaltijden kiezen die heel snel klaar waren. Heb ik nasi met kipsaté op. Ach, je bent al blij als je iets warms binnen krijgt.’
Da's het voordeel van een Tarmac: je komt nog eens ergens.
Al die tijd blijft de groep bij elkaar. ‘Dat doen we met de Amstel Gold Race ook, waar we elk jaar met de hele groep aan meedoen. Dat is leuker: als er onderweg foto’s worden gemaakt staat iedereen er ook op. Maar je merkte wel dat degenen die minder getraind waren het moeilijker kregen. Iedereen was die regen wel een keer zat. Ik had een goed regenjasje aan, mijn bovenlichaam was droog maar de rest was echt zeik- en zeiknat. En dan rijd je ook nog eens Dokkum uit en heb je windkracht zes vol tegen op een rechte weg.’
‘s Avonds om zeven uur is de finish in Bolsward eindelijk bereikt. ‘De finishtent was verwarmd. Dat was wel lekker, want er stonden ook mensen met warmhouddekens om. Heel veel deelnemers zijn uitgevallen. Om acht uur waren we weer op de camping. De voortent en de partytent waren weggewaaid. Onderweg naar het dorp kregen we het pas weer een beetje warm. En in de pizzeria stond de kachel op standje sambal, dat scheelde ook.’
Officieel de gezelligste camping van Friesland.
Team Harke mocht niet mopperen met slechts twee lekke banden. ‘De eerste klapband was op honderd meter afstand van de servicemonteur die de hele dag af en aan reed. En die tweede was in het centrum van Bolsward. Onderweg hebben we heel veel mensen met lekke banden zien staan.’ Met hulp van een Friese boer is het team dinsdagmorgen weer huiswaarts gegaan. ‘We stonden in een weiland. Eén grote baggerzooi. Die boer heeft ons geholpen om de auto’s eruit te krijgen.’
‘Regen, hagel, windkracht 5. Verder een toprit!’ meldt hij op Strava. ‘En het was meteen een goeie training voor begin juli. Dan ga ik met Wielerbus On Tour naar Italië. ‘We stappen op in Varese en rijden in acht dagen tijd naar Valkenburg. Het zijn elke dag ritten tussen de 150 en de 180 kilometer, met onderweg aardig wat hoogtemeters. Er rijdt een busje mee voor de spullen, elke dag stop je bij een hotel. Ik ben de enige van onze groep die meerijdt, maar een paar andere deelnemers heb ik al eens eerder ontmoet. Die komen echt overal vandaan. Ik kijk er wel naar uit.’
Deel het met uw vrienden!